

*
‘ Bestaan er “correspondenties” tussen dit symbool, dat als Davidster wordt gekwalificeerd, en de swastika?
- ‘ Overeenkomsten? Niet meteen en per se, maar je kunt de vraag stellen waarom de FSB Davidsterren op muren zou kalken of spuiten en foto’s daarvan viraal zou hebben willen laten gaan. Omdat er meestal hakenkruisen op muren worden gekalkt, met de bedoeling om te provoceren? Dat is de enige correspondentie die mij te binnen schiet. Hoe weet de krant dat het de FSB was die deze symbolen op de muur spoot? Kon het niet de Mossad zijn geweest? De Israëli werken zich in en door Gaza, mondiaal en globaal in de publieke opinie, steeds verder en dieper het moeras in en passen allerlei listen en trucs toe waarvan zij denken en hopen dat die in hun voordeel zullen werken. En dan Baudelaire natuurlijk. Het gebeurde tenslotte in Parijs. Tenminste, dat beweert het onderschrift van de krant …’
‘Dan zou de davidsster ook kunnen staan voor de swastika? Nou? Mag men dat niet denken? Je kunt net zo goed beweren dat Baudelaire bedoelt te zeggen: verwarrende woorden, in plaats van verwarde… Nou en? Wij lopen permanent door een oerwoud van symbolen, terwijl chaos en verwarring alleen maar toenemen.’
- ‘ Permanent verward, ja, dat klopt geloof ik wel. Daarom hebben ze meneer Josep Bòrrel ingehuurd bedoel je? De man van de jungle. Dat zou er achter kunnen zitten. Qui s’excuse, nous amuse …. ‘
‘ Jajem in de jungle. Wie weet nog wat jajem betekent? Nou ja, het is Pasen en bijna 1 april, dus dat zou ook de grap kunnen zijn …? Pasen als 1-april-grap?’
- ‘ Dat is bijna Nietzschiaans. Nietzsche heeft wel in Parijs gewoond, of ben ik nu in de war met Heine? Heerlijk helder Heinekens bier?’
‘ Nou, we dronken geen bier, maar gewoon koffie. Met gebak op een terrasje. Niet in Parijs, maar gewoon in Nederland. Met dat mooie weer van enkele dagen terug, weet je niet. Naast ons zaten drie vrouwen, ook met koffie en gebak, en daar weer naast was een tafeltje waaraan een gemengd gezelschap van vijf of zes personen zat. Aan dat tafeltje stootte iemand een glas om en uitte een krachtterm. Een van de anderen aan dat tafeltje riep daarop – een beetje jolig – “Geen nood! Sla gewoon een jood dood!” Heb ik je dit al verteld? Neen? Oké, het ging dus zo ….. een van de drie vrouwen aan het tafeltje naast ons, verslikte zich bij het horen van die joligheid bijna in haar hap gebak. Ze veegde haar mond af met het papieren servetje, stond resoluut op en beende naar het tafeltje van de jolige jongelui. Zij posteerde zich voor de grapjas die de yell over joden doodslaan had geuit en zei rustig maar ferm: “Dat was heel kinderachtig van u. Wilt u dat soort dingen niet meer roepen!? Ik wil rustig op een terrasje kunnen zitten. Dus niet meer doen s.v.p.!” Toen liep ze terug en ging verder met het consumeren van de versnaperingen.’
- ‘Geen rel? Hoe reageerde de aangesprokene?’
‘ Die was verbouwereerd en hij stond op – een kerel van tegen de twee meter – en liep naar de vrouw toe om zijn excuses te maken. Kort daarop vertrokken ze.’
- ‘Goh, toch zeldzaam. Nette mensen …. hoewel …. nette mensen roepen dat soort dingen niet.’
‘ Het wordt nóg leuker, want de vrouw van de berisping ging na een poosje, toen ze alledrie hun gebak en koffie op hadden, het café in om af te rekenen. Dat duurde langer dan ik had verwacht en toen ze terug kwam was ze zichtbaar boos.’
‘ Hun consumpties bleken al te zijn betaald door iemand anders, vertelde de bediening aan de kassa. Daar was deze dame helemaal niet van gediend, want: “Ik ben helemaal niet vóór of tégen partij X of partij Y, maar ik wil gewoon rustig een consumptie kunnen nuttigen zonder kans te lopen op een rel! Ze vechten hun oorlogen maar ergens anders uit. Dus waar bemóeit diegene zich mee die meende onze consumpties te mogen betalen! Ik kan het zelf heel goed af hoor. Ik heb gewoon betaald en gezegd dat ze het geld dan maar aan de voedselbank moesten geven.”
Wij zijn toen opgestapt, zonder eventuele verdere ontwikkelingen af te wachten, want wij hadden evenmin trek in reuring.’
- ‘ Zou het personeel hebben ingegrepen, denk jij. Als de dame niet zo snel en kordaat had gereageerd?’
‘ Weet ik niet. Dat zou speculeren zijn, maar ik vond haar reacties en optreden heel origineel. “Ze vechten hun oorlogen maar ergens anders uit.” Zo is het maar net. Wij hebben in Nederland onze handen meer dan vol aan de trijf en meuk die ze vanuit DenHaag over de schutting op onze bordjes smijten.’
*
Citaat, Paul Ricoeur: The symbols embraced by the avowal of evil appeared to me to fall into three signifying levels: the primary symbolic level of the stain, of sin, of guilt; the mythical level of the great narratives of the Fall or the Exile; and the level of the mythological dogmatisms of Gnosticism and original sin.
It appeared to me, in putting this dialectic of the symbol in motion—based solely, it is true, on Semitic and Hellenic traditions—that the store of meaning of primary symbols was richer than that of mythical symbols and even more so than that of rationalizing mythologies. From symbol to myth and to mythology, one goes from a hidden time to an exhausted time. It seems, then, that tradition, to the extent to which it descends the slope from symbol to dogmatic mythology, places itself on the trajectory of this exhausted time. It is transformed into heritage and into sediment at the same time that it is rationalized.
This process is evident when one compares the great Hebraic symbols of sin to the fantastic constructions concerning original sin of Gnosticism and also Christian anti-Gnosticism, which is only a reply to Gnosticism on the same semantic level. A tradition exhausts itself by mythologizing the symbol; a tradition is renewed by means of interpretation, which reascends the slope from exhausted time to hidden time, that is, by soliciting from mythology the symbol and its store of meaning.
But what can be said about this fundamental time in regard to the double time of tradition and interpretation? And, in particular, how can it be reached? ……….. ………
Paul Ricoeur (1974:29)The Conflict of Interpretations (Studies in Phenomenology and Existential Philosophy). ISBN 0-8101-0529-2 (vet toegevoegd).
