
www.nrc.nl/nieuws/2023/03/28/de-banken-gijzelen-de-publieke-sector-nog-steeds-a4160667
*
Financieel koorddansen (* citaat uit de vertaling *)
Maar toen gebeurde er iets wat elke mond deed verstommen en elk oog deed verstarren. Want inmiddels was de koorddanser aan zijn werk begonnen: hij was uit een kleine deur gekomen en liep over het koord, dat zo tussen twee torens was gespannen dat het boven de markt en het volk hing. Toen hij precies halverwege was, ging de kleine deur opnieuw open en een bonte figuur, die leek op een potsenmaker, sprong tevoorschijn en liep met snelle passen achter de eerste aan. ‘Vooruit, mankepoot,’ riep zijn vreeswekkende stem, ‘vooruit, luiwammes, smokkelaar, bleekneus! Vooruit of ik kietel je met mijn hiel! Wat voer jij hier uit tussen die torens? In de toren hoor je, opsluiten moeten ze jou, je verspert de doorgang voor iemand die beter is dan jij!’ – En met ieder woord kwam hij dichter- en dichterbij.
Toen hij echter nog maar één stap van hem verwijderd was, gebeurde het verschrikkelijke, dat elke mond deed verstommen en elk oog deed verstarren: – hij stootte een schreeuw uit als van een duivel en sprong over de man heen die zijn weg blokkeerde. Maar deze verloor de macht over zijn hoofd en over het koord toen hij zijn rivaal zo zag winnen; hij gooide zijn stok weg en schoot sneller dan de stok omlaag als een werveling van armen en benen. De markt en het volk leken op de zee wanneer daar een storm overheen raast. Iedereen stoof uit elkaar en tuimelde over elkaar heen, vooral daar waar het lichaam tegen de grond zou slaan.
Maar Zarathoestra bleef staan, en vlak naast hem viel het lichaam neer, danig toegetakeld en verminkt, maar nog niet dood. Na een poosje kwam de te pletter gevallene weer bij, en hij zag Zarathoestra naast zich knielen.
‘Wat doet u hier?’ vroeg hij ten slotte. ‘Ik wist allang dat de duivel mij beentje zou lichten. Nu sleurt hij mij naar de hel: wilt u hem dat soms beletten?’
‘Op mijn eer, beste vriend,’ antwoordde Zarathoestra, ‘waar u het over hebt, dat bestaat allemaal niet: er is geen duivel en er is geen hel. Uw ziel zal nog sneller dood zijn dan uw lichaam. Vrees nu maar niets meer!’ De man keek wantrouwig op. ‘Als u de waarheid spreekt,’ zei hij toen, ‘dan verlies ik niets als ik het leven verlies. Ik ben niet veel meer dan een dier dat ze met slaag en weinig eten hebben leren dansen.’
‘Welnee,’ sprak Zarathoestra, ‘u hebt van het gevaar uw beroep gemaakt, daar is niets verachtelijks aan. Nu gaat u aan uw beroep te gronde: daarvoor wil ik u met mijn handen begraven.’
Toen Zarathoestra dat had gezegd, antwoordde de stervende niet meer; maar hij bewoog zijn hand, alsof hij de hand van Zarathoestra zocht om hem te bedanken. –
Nietzsche (2013, Vorrede 6) Zo Sprak Zarathoestra ISBN 978 90 253 0232 0
De Duitse tekst staat overal op internet: Inzwischen nämlich hatte der Seiltänzer sein Werk begonnen: er war aus einer kleinen Tür hinausgetreten und ging über das Seil, welches zwischen zwei Türmen gespannt war, also, daß es über dem Markte und dem Volke hing.
……. und gerade neben ihn fiel der Körper hin, übel zugerichtet und zerbrochen, aber noch nicht tot. Nach einer Weile kam dem Zerschmetterten das Bewußtsein zurück, und er sah Zarathustra neben sich knien. »Was machst du da?« sagte er endlich, »ich wußte es lange, daß mir der Teufel ein Bein stellen werde. Nun schleppt er mich zur Hölle: willst du’s ihm wehren?«






