
Citaat uit: Harold D. Lasswell (1963:144-145) The future of political science. Uitg. Atherton Press, A Division of Prentice-Hall, Inc. – Library of Congress Catalog Card Number 63-16401 ( de afbeelding is van een heruitgave/reprint).
Let us begin by assuming competence on the part of a political scientist. Is he obligated to refrain from expressing preferences or even from engaging in active party work ? Definitely not. But all relevant norms are to be kept in mind. One major norm is candid disclosure of pertinent—that is to say, possibly distorting—interests. If the political scientist is affiliated with a political party or subjectively committed to a controversial position, his obligation is not to quit the party or to abstain from opinions but to disclose these facts to any audience whose reliance on his statements may be influenced by this knowledge. Furthermore, he has an inner obligation to be candid with himself in seeking to keep his statements of a factual character free from distortion.

In connection with elections, it is important to play down the stress on short-range forecasting that has plagued the specialists on polling. The question whether A or B is likely to win is of no importance whatsoever to the national sifting of issues or the assessing of candidates’ capabilities. However, forecasts are of great importance to campaigners, since selective audience analysis can show where interest is lagging or sentiment is changing. There is no practicable way to limit forecasting to the private intelligence services of campaigners or even to exclude predictions from general dissemination.
It is possible, however, for political scientists, acting in their professional and civic capacities, to take measures to moderate the negative impact. Pre-election analyses can focus on the significance of voting studies for the attainment of self-knowledge by audience members. Research may show, for example, that candidate X appeals to white, middle-aged, suburban, Protestant housewives who are usually uninterested in and uninformed about politics. An important program objective is to heighten the self-critique of people who fall into such a slot. Or candidate Y appeals to retired businessmen in the upper-income brackets who regard themselves as devout and are suspicious of intellectuals. The great contribution of scientific knowledge to the political process is less in predicting the future than in deepening insight into the self as the self prepares to take further steps into the future.
*
‘ Het ethos dat Harold Lasswell er met betrekking tot de politiek, de politici en het politieke proces op nahoudt, lijkt uit een verre andere tijd en van een andere planeet te komen, terwijl het toch uit de zestiger jaren van de vorige eeuw stamt. We vonden enkele boeken van Lasswell toen we de schuur bij U*** gingen opruimen, zo’n drie weken terug. Ze blijken interessant als historische bron. Inderdaad: “The Past is a foreign country, they do things differently there …. ” Wat in de tijd van Lassewell nog “normaal” was, is al lang niet meer aan de orde. Kijk eens naar deze video van Maria Bartiromo en huiver. We gaan in Nederland dezelfde kant op, de eigen politici ondermijnen het land. Hoe veel, hoe lang en hoe luid ze onder die Haagse Kaastolp ook snateren, kakelen en kwekken. Huppeteeee …. een nieuwe spreidingswet, hatsjekidééé omheinde lokaties waar de écht-overlast-gevende exoten worden opgehokt. Maar aan de instroom wordt helemaal niets gedaan.’
- ‘ Neen, want meneer Rutte moet een andere baan (als ‘ie stommer is dan we denken, wordt ‘ie SG bij de NAVO) en de andere leden van de nomenklatoera moeten de zakken vullen. Nogal wiedes Je brengt het in verband met de reeks foto’s op de AD-site van 11 maart 2024? Ik geloof dat ik ‘m voel aankomen, maar vertel toch maar: wat is de idee erachter?’
‘ Dat we vandaag de dag in nep-democratie leven en we ons dat terdege bewust zouden kunnen zijn – misschien in tegenstelling tot de mensen in de zestiger jaren van de vorige eeuw. Toen was een PC nog niet gebruikelijk en moest je het met de papieren krant doen. Van AI en ChatGPT was nog helemáál geen spraken. Vandaag de dag kan ik over internet een bericht krijgen van vrienden, collega’s, studenten, die zeggen: kijk eens op de AD-site. Deze drie foto’s. Als je bij de linker foto begint, dan kom je via de politie in het midden, bij de migratie-ellende bij de rechter foto.
Hoeveel hokjes je op je stembiljet ook mag inkleuren, je hebt geen enkele invloed op het stremmen van de instroom van exoten die binnen komt – zie de rechtse foto. De politieke nomenklatoera verzint van alles om ons af te leiden van het gegeven dat we in het vigerende, het van kracht zijnde, systeem voor de kat heur viool naar de stembus gaan. Méér hokjes op je stembiljet, misschien een ander kleurtje voor het stembiljet en wellicht komt er een geurtje aan het biljet. Hoe meer vakjes, hoe meer keuze en dus hoe méér democratie. Ja, ik ben gekke Henkie. Wie weet wat de marketing- en propaganda-bureaus allemaal verzinnen om ons te bedotten, maar invloed uitoefenen via verkiezingen kun je (bijna) niet meer. Over het referendum wordt met geen woord meer gerept.’
- ‘ De Duitsers staat het water aan de lippen, mailde G. met deze link erbij. Toch verhindert “de demokratie” dat “malloten als Analena Baerbock, Robert Habeck, Karl Lauterbach” en nog wat pratende hoofden, er uit worden gegooid. In Engeland zijn ze niet veel beter af met hun politieke nomenklatoera.’
‘ In Amerika begint Kennedy over een nieuwe politieke partij, alsof dat zoden aan de dijk zal zetten. Wij hebben in Nederland hoeveel? twintig? partijtjes? maar wat valt er nou echt te kiezen? De makke is dat de (meeste) politici ordinaire ladenlichters blijken, die zodra ze zijn gekozen, alles doen om hun tienduizend (10.000) euro per maand te behouden. Dat betekent vooral: orders van het partijmangement opvolgen en uitvoeren, of anders de oren laten hangen naar de geldschieters.’
- ‘ Och ja, de politie. Wat moeten we daar intussen van denken? In de VS wordt de politie al aangevallen door exoten. Het gekke is dat politieagenten veel eerder op normale burgers lijken te schieten (denk aan de jonge boer in Nederland, die een kogel in de metalen buis naast zijn zitplaats kreeg!) dan op hondsdolle exoten. Exoten mogen bijvoorbeeld azc-personeel met kokend vet of kokend water overgieten, om kort daarna vermoedelijk een comfortabele huis plus ruim leefgeld te krijgen! Een krankzinnige wereld, met zotte politici.’
‘ Van de Nederlandse politie heb ik ook geen hoge pet op. Die 7,7 miljoen voor de boerderij (het rechtse plaatje) valt uiteraard net zo goed onder diefstal. Broddelbeleid levert verliesgevende politiek-bestuurlijke besluiten op. Het gaat allemaal van de grote hoop, maar ergens in het systeem moet het vandaan komen, dus ergens worden mensen afgeknepen die weinig weerbaar zijn. Nog afgezien welke scharrelaars en schuinsmarcheerders er aan de deal hebben verdiend, want dat zal vast het geval zijn. Denk aan de miljoenen die in Groningen aan consultants en deskundologen werden gespendeerd, terwijl de bewoners met en in hun verzakte en gescheurde huizen bleven zitten.’
*
Geredigeerd citaat uit Harold Lasswell (1970/1947:7-8) The Analysis of Political Behaviour: An Empirical Approach. ISBN 0 208 00410 6.
Democratic science is restricted to the understanding and possible control of the factors upon which democracy depends. A democratic government can be defined in terms of shared power, a democratic society in terms of shared deference (power, respect, insight) or shared influence (deference, safety, income).
What are the limits within which sharing may vary in a government or in a society that is entitled to be called ‘‘ democratic” ? With respect to power, we may stipulate that a democratic government authorizes majority participation in the making of important decisions. The majority may express itself directly (direct legislation) or indirectly (elected officials). The majority must participate actively (a large majority—let us specify a two-thirds majority—must qualify to vote and take part in elections). The overwhelming majority must be free of intimidation. Moreover, they must have confidence in their capacity to exert effective control over decisions, whether or not they vote on any given occasion.
Communities are democratic if they conform to these specifications, and they are democratic in the degree to which they conform to them.
