“De bijl aan de wortel?” “Nou neen, daar zitten rot en corruptie te diep voor ….”

 

  *  Parkeren  *

 

Martin Bosma (2011), De schijn-élite van de valsemunters –  books.google.nl/books/about/De_schijn_%C3%A9lite_van_de_valsemunters.html?id=Oc_kk1V3J8kC&redir_esc=y

*

Citaat uit Bosma: De schijn-élite van de valsemunters (p. 246).
%% citaat %% Het beeld dat ons wordt voorgehouden, ziet er zo uit: Hitler was een rechtse gek, gefinancierd door de grote bedrijven. Door een keiharde onderdrukking van de arbeiders bleef hij aan de macht. Dankzij gezagsgetrouwheid van de Duitse bevolking heeft het zover kunnen komen. De oorlog met de Sovjet-Unie was het logisch gevolg van twee uitersten van het politieke spectrum die elkaar bestreden. Dat Hitler rechts was, blijkt ook uit het feit dat hij nationalist was en antisemiet.
Dat is het beeld. Maar klopt het ook?
Voor het toetsen ervan beginnen we bij Jacques de Kadt. In zijn klassieker Het fascisme en de nieuwe vrijheid (1939) analyseert hij het nationaal socialisme. Ideologisch ziet De Kadt helemaal geen tegenstelling tussen socialisme en nationaal socialisme. Hij ziet de strijd tussen communisme en fascisme als het ‘duel der twee socialismen’. De Kadt stelt dat het niet zo kan zijn dat Duitsland in de jaren dertig ineens gek is geworden onder invloed van Hitlers demagogie en dat de massa’s in het land er met geweld onder gehouden moesten worden. Nee, blijkbaar was er een wenkend perspectief. Dat wenkend ideaal was er, en heette socialisme – een alternatief voor het kapitalisme. ‘Het plaatste tegenover de bandeloosheid van het kapitalisme de ordening,  de tot in alle onderdelen doorgevoerde organisatie van het gehele volk, van de gehele maatschappij’ (de cursivering is van De Kadt).  %% einde citaat %%

*

‘ Siegfried Woldhek tekent een mij té optimistisch beeld. Althans, indien je erin wilt lezen dat Bosma de bijl aan de wortels van ons huidige vermolmde politieke systeem zet. Wat Rutte en zijn neocon-kompanen hebben verwoest en ondermijnd, dat laat zich zeker niet binnen de (enkele) Kamervoorzitters-periode van Martin Bosma herstellen. Dat zou té mooi wezen. Laten we de tekening maar iets minder optimistisch lezen en duiden, dan kan het altijd nog méévallen. Bijvoorbeeld door de bijl/hamer te zien als de macht van de voorzitter tot het afkappen van al te uitgebreid zwaar geneuzel, loos gezwam en ijdel gezwatel, want dat kan Bosma zeker wel: loos geronk en gekakkebal onderkennen en daar – op ontspannen wijze – paal en perk aan stellen. Hij steekt qua intellectueel niveau met kop en schouders boven het gros van (de meeste) Kaasstolpers uit.’

 

……………  ……………….  ……………  …………………….

…………….  ………………..   ………………………………..