“ Taaldaden.” Wanneer gaat verbaal geweld over in als fysiek ervaren geweld?

 

 

Meneer Omtzigt laat zich door mw. Kaag afbluffen en intimideren (video >>>> 4:40) ……

www.youtube.com/watch?v=JlX989GkKnE

*

Citaat uit Hans Achterhuis, NRC 09 maart 2023:  <<<<<  Het begrip geweld is nooit simpelweg descriptief, het beschrijft niet een vastliggend fenomeen. In filosofische terminologie heet het performatief. Door het uit te spreken verander je de wereld. ‘Dat is geweld’ betekent ook vaak: ‘je moet ermee stoppen, je moet er iets tegen doen’.

De definitie van geweld waar ik zelf toe gekomen ben is beperkter, en niet erg origineel. Geweld is „het min of meer intentioneel toebrengen of dreigen toe te brengen van schade aan mensen of objecten [of dieren]”. ‘ >>>>>>  (Het citaat is geredigeerd)

*

*

‘ Er zitten elementen uit de definitie van terrorisme in en aan, dat ben ik met je eens. Het hangt ervan af in hoeverre de definitie van terrorisme wenst over te nemen en onderschrijven natuurlijk. Je zou het een vorm van “taalterreur” kunnen noemen, waarbij de ene partij (hier de kartelpartijen, met name D66 – Sigrid Kaag en Jan Paternotte –  en ook de CU – Don Ceder) de tegenpartij (de “oppositie”) probeert te intimideren door te schermen met mogelijke nare consequenties die hun uitlatingen, hun narratieven, zóuden kúnnen hebben.‘

–        ‘ Indien je daar voor zwicht, dan dooft het licht, inderdaad. Toch zag ik dat bijvoorbeeld een Renske Leijten bijna letterlijk in haar schulp kroop; ze had geen weerwoord op het vage duistere gezwatel van een Ceder (CU). Hoogst opmerkelijk.’

‘Tja, alsof je zout op een naaktslak strooit. Kees v.d. Staaij (vs Paternotte) werd kwaad, maar tot een effectief weerwoord kwam ook hij niet. Van sneu tot deerniswekkend … zou ik zeggen.’

–        ‘ Terwijl natuurlijk ook zij een dergelijke argumentatie- retoriektraining zouden kunnen volgen, die de tegenpartij duidelijk achter de kiezen heeft.’

‘ Je zou bij wijze van spreken de naam van de trainers kunnen oplepelen, zo overduidelijk is het repertoire aan “trucs” van hun handtekening voorzien.’