Conditioneren, is een kwestie van (aan-)leren. Aan de hand van ‘A Clockwork Orange’ kun je zien hoe dat in zijn werk gaat

 

 

‘ Jij hebt intussen de aflevering van Blckbx van afgelopen 2 januari teruggekeken? Hoe vond je discussie over de (schijn-)democratie waarin we nu leven? Vooral tussen George van Houts en David Boerstra.’

–        ‘ Verrassend en verfrissend. Je hoort er eigenlijk nauwelijks over praten, het lijkt alsof de mensen er bang voor zijn dat thema aan te snijden en erover te discussiëren. Terwijl het steeds nadrukkelijker en prangender aan de orde komt, zou ik zeggen. Zodra het begrip pseudo- / nep-democratie wordt genoemd, kruipen de meeste mensen in hun schulp. Sommigen kijken zelfs schichtig over de schouder, terwijl ze in fluistermodus overgaan. Vanwaar die angst? Vooral voor hun eigen gedachten en wensen, vermoed ik sterk.’

’ Angst voor het thema pseudo-/schijndemocratie als onderwerp van gesprek. Net als de angst voor het thema instroom van “exoten.” Dan klappen de meeste mensen ook meteen dicht. Je zou immers zo maar voor racist of fascist kunnen worden uitgemaakt, en dat is eng zeg. Maar jou viel iets saillants op?’

–        ‘ Ja, vooral doordat we deze video over A Clockwork Orange van Kubrick (Burgess) ook net hebben bekeken. Het lijkt me dat we volop bezig zijn op een dystopie af te stevenen zoals Kubrick ons dat laat zien. Misschien zitten we er al in.
Waar het mij in dit verband speciaal om gaat is: conditionering. De nomenklatoera, de overheid, de politiek – maar natuurlijk vooral hun minions die de stuff aandragen – conditioneren ons onophoudelijk.

In deze Blackbox-video kun je volgens mij een proeve van het resultaat van conditionering zien. De meesten van ons zijn daaraan ten prooi (gevallen).  Spoel de video door naar ongeveer 37:20, daar zegt Van Houts nog eens dat we in een schijndemocratie leven, “gebaseerd op een kunstmatige leugen,” waarop Boerstra vragend-constaterend opmerkt: “Hoe bedoel je dat dan? Maar we mogen nog wel stemmen.” Van Houts gaat daarop in met “Ja, maar dat is een façade. Dat is om ons rustig te houden. “ En dan komen onder anderen Thorbecke,  Plato en de Griekse stadstaat aan de orde.
De andere twee aanwezigen zeggen daar weinig tot niets op. Naar de stembus sjokken en een vakje rood kleuren, staat immers voor Democratie?’

–        ‘ Ik begrijp waar je heen gaat, en wat zij bij Blckbx onbenoemd laten: Je kunt zo veel mogen stemmen als je wilt, maar indien er niets valt te kiezen, doe je dat stemmen louter voor de kat heur viool. Politieke partijen zijn net als margarinemerken: merk-gedifferentieerd. Alleen de verpakkingen zien er anders uit, zodat de illusie van keuze hebben wordt gevoed en in stand wordt gehouden.  Daarbij komt dat politici (de partijen) er geen been in zien, al kort na een verkiezing hun verkiezingsprogramma-beloften te “vergeten.”  Stemmen is daarom inmiddels een loos ritueel, om ons met een illusie van democratie te foppen. We stemmen voor de kat z’n staart. Zoals we al jaren doen, maar in steeds schrijnender mate, omdat “ze” een steeds langere neus en middenvinger naar ons opsteken.’

‘ Precies. Mogen stemmen, is heel iets anders dan mogen en kunnen kiezen. Niemand van de vier bij Blckbx maakte dat sprongetje. Blijkbaar is roepen dat we toch mogen stemmen, afdoende om iedereen in te wrijven dat we dus in een democratie leven. Zelfs als de nomenklatoera de uitslag van een gehouden referendum negeert, leven we toch in een democratie, omdat we immers mochten stemmen. Best bizar.’

–        ‘ Bizar? Verontrustend is het! Meneer Ford zei het al: de consument kan bij mij iedere kleur auto aanschaffen die hij wil, zo lang het maar zwart is. Het herinvoeren van de mogelijkheid tot het optuigen van correctieve referenda en de burgers daar in opvoeden, zou al direct een kwaliteit-sprong van democratie tot gevolg hebben – het streven naar en borgen van een civil society. Over het referendum als democratie-verhogend instrument heeft niemand het meer. Is dat niet raar? Het geneuzel en gewauwel over “onze Democratie” vindt vooral in het luchtledige plaats en doet mij altijd denken aan een teckel die rondtollend en keffend zijn eigen staart probeert te pakken. Zeker als de Kaasstolpers daar in Den Haag zich eraan te buiten gaan.’

‘ Wat ook zo vreemd is: er komen niet automatisch op gezette tijden overzichten van het stemgedrag van de Kaasstolpers ter beschikking. Wat heeft ieder poppetje bij een voorstel gestemd. Die info is er en met onze moderne technieken zou daar per kwartaal een overzicht van kunnen worden gepubliceerd. Met die data kunnen deskundologen aan het interpreteren en duiden slaan, maar de burger zelf kan er ook mee aan de slag. Waarom doen ze het eigenlijk niet? Een Maurice de Hond zou zich daar bijvoorbeeld heel nuttig mee kunnen maken. Durft hij zo’n klus misschien niet aan? De politici kunnen dan immers meteen en stuk minder “liegen” met en over hun stemgedrag.‘

–        ‘ Jawel: “transparantie,” het intussen zoveelste nietszeggende-toverwoord, de zoveelste losse-PR-flodder. Het zou het een stuk makkelijker maken om de Kaastolpers ècht te volgen en te evalueren: stemmen ze ook werkelijk volgens de verhaaltjes die ze ons aan de neus hangen. Welke patronen worden er zichtbaar en welke andere nuttige informatie komt er dan aan het licht. Daar zullen “ze” niet om staan te springen, want hoe troebeler het water en hoe dikker het rookgordijn, hoe liever het ze is.
Eigenlijk valt er met een paar relatief eenvoudige ingrepen heel wat democratische winst te behalen, zou ik menen.’

‘ Dank voor de link naar de video over de Kubrick-film, ik zal de video meteen voor de zekerheid op mijn harde schijf zetten.’