Groepsgevoel, esprit de corps, saamhorigheid, kuddegeest?

 

 

‘ Dat vind ik verrassend: de generaal moet nu niet deserteren? Interessant. Een generaal die zou deserteren. Moet de legerleiding dit gedrag van de KMA-cadetten gewoon, stilzwijgend, over zijn kant laten gaan?’

–        ‘ Dat zeg ik niet. Ik zou het alleen overhaast en – nu aarzel ik even – overhaast en onvoorzichtig, vinden van de leiding, om zich zonder meer en onvoorwaardelijk aan de kant van de “ ”deugmensen” “ te scharen. Bedenk in dit kader alleen al dat de soldaten niet alleen staan met hun “desillusie;”  vele Rijksambtenaren zijn door dezelfde gevoelens bevangen. Dat hebben we in de prollenkrant kunnen lezen. Die verkeren vermoedelijk (mentaal, cognitief) in een vergelijkbare positie, al zou ik ambtenaren niet meteen soldaten-in-burger-willen noemen.’

‘ Die ambtenaren zingen geen nazi-liederen en brengen geen hitlergroet, als het tenmiste klopt wat ik heb gelezen.’

–        ‘ Kan zijn, let wel ik speel een beetje advocaat van de duivel hè. Ambtenaren en militairen hebben vermoedelijk andere methoden, middelen en frames waar ze op teruggrijpen. Het gaat volgens mij vooral om structuur – en om “cultuur” al klinkt de combinatie nazi’s en cultuur de meeste mensen misschien vreemd in de oren. Als belangrijke component van cultuur denk ik tegenwoordig vooral aan vertrouwen, betrouwbaarheid.’

‘ Jij hint op door velen ervaren maatschappelijke chaos en anomalie? Het gedoe met woke enne lbt-enzovoorts? Plus een extreem bizarre bevolking onder die Haagse Kaasstolp?’

–        ‘ Om maar mee te beginnen en wat te zeggen, ja. Doe om te beginnen enkele stappen terug en probeer te bedenken wat de Nederlanse krijgsmacht is, uit welke individuen zij is samengesteld. Hetzelfde geldt grosso modo voor ambtenaren. Leg daar het begrip “plichtsbesef,” loyaliteit” en “gehoorzaamheid” overheen. Ooit kwamen vooral officieren uit geslachten die van vader op zoon in een armee zaten. Hetzelfde kun je zeggen van de (katholieke) clerus, waar het dan via broers ging. Dat is niet meer zo. Jan-en-alleman kan carrière in het leger maken. O ja, lees Rood (militair) en Zwart (kerk) van Stendhal als je tijd hebt. Ik zou dit boek zeker op de KMA verplicht stellen. Voor historisch-cultureel besef. Maar ik zou zo véél boeken verplicht willen stellen!’

‘Jaaahaaa, ga door.’

–        ‘ Wat zijn de sociale contexten waaruit deze personen afkomstig zijn, hoe ervaren zij de bejegening van familieleden en andere dierbaren? Een bejegening door de “maatschappij” die zij geacht worden te beschermen? Weet jij veel of er (veel) militairen zijn met familieleden die in de rij voor de voedselbank staan? Of wiens zuster al tien jaar op een sociale huurwoning wacht, terwijl ze links en rechts wordt gepasseerd door “”asielmigranten””. Ze leven niet in een bubbel hoor, en het feit dat een militair een uniform draagt, maakt haar of hem geen anonieme, identiteitsloze trekpop, zonder geschiedenis en zonder sociale context. Kan de militaire context daarmee concurreren? Moet dat? Kijk, dit soort aspecten zou ik eerst maar goed in kaart brengen. Da’s niet zo heel erg moeilijk bij deze groepen, dunkt mij.

‘ Een van de ergste dingen als KMA-cadet  lijkt me om generaals in allerlei praatshows te zien en horen wauwelen over de overwinning van de Oekraïne op de agressor Rusland. Terwijl iedere gewone burger, zonder ook maar een les Hogere Krijgskunstjes, na enkele maanden al snapt dat dat hoogst onwaarschijnlijk is. Goed, dat was het Nederlandse leger. En wat heeft meneer Metaxas hier mee te maken?’

–        ‘Zingen bijvoorbeeld, samen zingen. In de kerk, maar ook tijdens het marcheren.  In het Franse Vreemdelingenlegioen doen ze niet anders en heeft bijna ieder peloton zijn eigen liederen. In het Nederlandse leger moet men zijn toevlucht blijkbaar tot Duitse liederen nemen. Ga eens na hoeveel liederen van het Franse vreemdelingen legioen van Duitse makelij zijn. Ik weet niet of dit lied in het Frans is vertaald, maar Sarie Marais (Suidafrikaans) wel, en dit lied kennen we allemaal – in het Duits welteverstaan. Het legioen bestaat uit zo’n driehonderd nationaliteiten. Dus.   ……  Ja, toch, hier: J’avais un camarade ….

Het doel van dit alles is: cohesie, samenhang. Samen zingen, samen eten en samen afzien en pijn lijden, bevorderen die cohesie en houden hem in stand.
Mikaela Sundberg heeft haar boek over het Legioen niet voor niets de titel meegegeven die luidt: A Sociology of the Total Organization: Atomistic Unity in the French Foreign Legion. De totale organisatie is een concept van Goffman, dat is het Legioen natuurlijk, want de “inmates” kunnen nergens heen en zijn overgeleverd aan hun meerderen en hun collega-lotgenoten. En dan: atomistic unity, dat zijn afzonderlijke individuen die ondanks hun individualiteit als geolied team moeten kunnen samenwerken. Elk lid van deze groep dat onderpresteert en buiten de boot valt, haalt het niveau van de hele groep omlaag.

Op pagina 184-85:  >>>>>   Peer Enforcement and Exclusion. Individual performances in everyday regimental military life concern tasks such as running during daily exercise and combat-related training such as shooting. Interestingly, one former member/corporal stated: “If you’re a good runner, you’re put on a pedestal.” The expression “put on a pedestal” is significant because it implies protection, rather than popularity. <<<<   Nota bene: bovengemiddeld presteren, betekent afwijken van het gemiddelde en levert vooral bescherming op, géén populariteit.‘

‘ Dit mechanisme wordt in de film A few good men aanschouwelijk toegelicht. De marinier Santiago kan niet met de groep meekomen en hij krijgt code red. Die behandeling is officieel verboden, maar wordt oogluikend toegestaan. Santiago blijkt een hartmanco te hebben en overlijdt. De marinebasis op Guantanamo Bay was ook een totaal systeem: “We follow orders or people die.”  “You Can’t Handle the Truth!”   ‘

–        ‘ Wat Eric Metaxas als groot gemis ervaart is: een Groot Verhaal, Grand Narrative, Grand Récit. Ooit voorzag vooral de bijbel in een gedeelde cultuur-kennis, maar de secularisatie heeft dat teniet gedaan. Het gedrag van de KMA-cadetten lees ik hoofdzakelijk als een collectieve blijk van afkeuring van de kwaliteit en het beroerde gehalte van de politici. Politici, die beslissen en beschikken over waar en hoe het leger, of onderdelen daarvan, worden ingezet, en die geen samenhangend verhaal voorleven. Integendeel: de meeste hedendaagse politici bevorderen de atomistische anomalie alleen maar, doordat ze vooral voor het eigen verdienmodel gaan. ’

‘Ja en die nazi-flauwekul van de KMA-pubers is tevens een provocatie naar die politici – denk ik. De opgestoken middelvinger. Nu kun je het fysiek maken van dat gebaar verbieden en onderdrukken, maar daarmee haal je de onderliggende mind set natuurlijk niet weg. De rot zit ‘m in ons (politieke) systeem; laten we het maar op het systeem houden. Zowel het leger als de ambtenarij worden als instituut ondermijnd, en wel door de politici, die – hoe is het mogelijk – via de AIVD (Erik Akerboom) het eerste en hardste schreeuwen over Anti-Institutioneel-Extremisme. De aanval is immers de beste verdediging. ‘

 

 

Citaat uit Eric Metaxas (2022):  >>>   The late, great Chuck Colson rarely gave a speech in which he did not quote a certain statement of the Dutch statesman and theologian Abraham Kuyper. There is not one square inch,” Kuyper said in 1880, “in the whole domain of our human existence over which Christ, who is Sovereign, does not cry ‘Mine!’ ” Kuyper himself, in being both a statesman and a theologian, obviously lived out this idea.
Thinking we would keep our faith in some religious or theological corner is—as we say—preposterous. But the reason Colson quoted Kuyper as often as he did was because the contrary idea had begun to find purchase in some Christian circles.
Part of this may be traced back to the 1960s, when the U.S. Supreme Court took prayer out of the public schools—but the problem is less this specific action than what it represented and portended. It was part of a general trend down a path that was fundamentally mistaken in its views of Jefferson’s famous “wall of separation” between church and state.
Rather than protecting people of faith from government intrusion, as the Founders intended—which is of course the central idea of what we call religious liberty—the judiciary instead began to interpret it to mean that the public square should be stripped of faith entirely. The Reverend Richard John Neuhaus famously called this the creation of “the naked public square,” which was the perfect opposite of the Founders’ intentions. And it must be said emphatically that to secularize the public square is actually to impose upon it a religion of another kind, albeit in a way that very cleverly and dishonestly pretends not to be religious at all.  < < <   (eISBN: 978-1-68451-390-1;  ISBN: 978-1-68451-389-5)

A Podcast Full of Inflammatory Things | Eric Metaxas | EP 371